De zomer, die vandaag officieel
afloopt, was gemiddeld over het land de natste sinds tenminste 1951.
Dat blijkt uit berekeningen over de ruim 300 neerslagstations van het
KNMI.
Midden vorige eeuw werd het meetnet
aanzienlijk uitgebreid zodat de gegevens over de afgelopen ruim
vijftig jaar goed vergelijkbaar zijn. Het landelijk gemiddelde van de
neerslag over de maanden juni, juli en augustus is uitgekomen op 328,2 mm. Op de tweede plaats staat 1954
met 321,2 mm, op de derde plaats 1966 (321,0 mm), gevolgd door 1965
(307,8 mm) en 1956 (305,8 mm).
Ook augustus heeft een nieuw absoluut neerslagrecord opgeleverd. Het
weerstation Maasland in het Westland had tot maandagochtend 30
augustus 2004 325 mm
gemeten. In elk geval sinds 1900 viel op een officieel weerstation van
het KNMI nog nooit zoveel regenwater. Het oude record was 321 mm in
oktober 1932 in Zandvoort. Voor de maand augustus stond het record op
295 mm in 2002 in het Drentse Eext. Normaal levert augustus ongeveer
70 mm op en diverse plaatsen hebben inmiddels drie tot vier keer
zoveel gehad.
De hoeveelheid neerslag op
Weerstation De Arend
Weerstation De Arend te Kortenhoef tapte
in de zomermaanden iets onder het landelijk gemiddelde af:
juni 59.2 mm, juli 110.2 mm en augustus 138.7 mm; totaal 308.1 mm.
Augustus 2004 was daarmee tevens de natste maand sinds de start van de
metingen van De Arend (19 januari 2002).
Op tien dagen meer dan 50 mm
Daarmee is het aantal dagen met zware regen (meer dan 50 mm) deze
zomer op tien uitgekomen. Juli telde twee dagen met ergens meer dan 50
mm, augustus acht waarvan vier achter elkaar: 11 augustus (Lettele 65
mm), 12 augustus (Formerum 60 mm), 13 augustus (Niekerk 99 mm), 14
augustus (Joure 59 mm), 16 augustus (Kerkwerve 83 mm), 19 augustus (Heibloem
55 mm) en 21 augustus (Harlingen 56 mm) en 25 augustus (Edam 67 mm).
Een serie van vier dagen met zware regen kwam in de meetgegevens sinds
1951 alleen voor in 1951 ( 1- 4 augustus) en in 1987 (21- 24 juli).
De grootste neerslaghoeveelheden in Nederland
Zulke grote etmaalhoeveelheden zijn voor ons land bijzonder maar geen
records. Het neerslagrecord over 24 uur staat nog altijd op naam van
Voorthuizen met 208 mm op 3 augustus 1948. Verder kreeg Amsterdam op 9
augustus 1951 een hoeveelheid van 148 mm, Gouda 146 mm (24 juni 1975),
Dirksland 134 mm (14 september 1998) en Marknesse 116 mm, waarvan 73
mm in een uur (2 juni 2003). De grootste neerslagintensiteit wordt
meestal in de zomer gemeten en de laatste jaren zijn herhaaldelijk
zware buien gevallen. De zomers van 2001 en 2002 telden beiden een
record aantal van 12 dagen met lokaal 50 mm of meer in een etmaal.
Soms viel er meer dan 50 mm binnen een uur.
Warme zeewater activeert buien in
kustprovincies
In ons land speelde ook het relatief warme zeewater een rol bij de
grote buienactiviteit en ontstond evenwijdig aan de kust een kustfront.
Ook restanten van hurricanes hebben een rol gespeeld: de stormachtige
wind met windstoten van 100 km/uur die donderdag langs onze kust
woedde hield verband met een afsplitsing van restanten van Charley. Op
12 en 13 augustus viel vooral in Friesland en het westelijk deel van
Groningen uitzonderlijk veel, in circa 30 uur meer dan 80 mm. Zo'n
hoeveelheid wordt gemiddeld eens in de 125 jaar geėvenaard. Ook in de
omgeving van Maasland in het Westland (97 mm in circa 36 uur) en bij
Purmerend en Hoorn in Noord-Holland (resp 90 en 82 mm in circa 35 uur)
waren de hoeveelheden uitzonderlijk. De neerslagintensiteit was enorm
en soms viel er 15 tot 19 mm in een uur. Op 16 augustus vielen er
opnieuw zware buien, maar toen lag het zwaartepunt van de neerslag
boven Zeeland met opnieuw plaatselijk meer dan 80 mm.
KNMI voorlichting, 1 september 2004
Kortenhoef, 1 september 2004, Jos Werkhoven
|