|
Know yourself
Know your counterpart
Fight a hundred battles
Win a hundred battles.
Know yourself
But not your counterpart
Win one
Lose one.
Not knowing yourself
Nor your counterpart
Lose every battle!
Sun Tzu,
The Art of War
from ancient China
Bron:
China Media Station |
Bijna alle gewapende conflicten van de laatste
duizend jaar in China vielen in koude periodes.
Temperatuurdaling bracht voedselschaarste en dat leidde tot oorlog.
Door onze redacteur Dirk Vlasblom - Rotterdam, 2
augustus 2007.
De temperatuur op aarde stijgt, daarover zijn de meeste
wetenschappers het eens. Die opwarming heeft uiteenlopende gevolgen in
verschillende delen van de wereld. Stortregens op het ene continent
gaan gepaard gaan met zandstormen elders. Het Intergouvernementele
Panel voor Klimaatverandering (IPCC) houdt er ernstig rekening mee dat
de huidige opwarming migratiestromen op gang zal brengen van
voedselarme naar voedselrijke gebieden en conflicten zal ontketenen om
schaarse hulpbronnen. Historici en antropologen
hebben klimaatverandering al eerder in verband gebracht met oorlogen.
Landbouwsamenlevingen zijn afhankelijk van het weer en zijn kwetsbaar
voor temperatuurschommelingen.
In pre-industrieel Europa en in China zouden perioden van afkoeling
hebben geleid tot afnemende oogsten en massale veesterfte. Onder een
dergelijke ecologische druk zouden oorlogen het uiterste middel zijn
geweest om schaarse hulpbronnen te herverdelen. Toch was nooit
kwantitatief onderzoek gedaan naar dit verband. Vier onderzoekers,
onder leiding van geograaf David Zhang van de University of Hongkong,
hebben deze hypothese nu getoetst. Hun bevindingen stonden onlangs in
het tijdschrift Human Ecology (2007/35).
De vier vergeleken het temperatuurverloop in het vorige millennium
voor het oostelijk deel van China, waar vanouds het meeste voedsel
wordt verbouwd, met bronnenmateriaal over oorlogvoering in diezelfde
periode. Die temperatuurreeksen zijn beschikbaar.
Ze zijn gereconstrueerd aan de hand van boomringen, koraal, boorkernen
uit ijs, boorgaten en geschreven bronnen. Van 1000 tot 1911 woedden in
oostelijk China 899 oorlogen. Die zijn tot in details gedocumenteerd,
onder meer in oude kronieken. De Chinese Commissie voor Militaire
Geschiedenis heeft al die gegevens verzameld en gebundeld.
Zhangs team classificeerde elk decennium als een periode met zeer veel
(30 of meer), veel (15 tot 30) of weinig (minder dan 15) gewapende
conflicten. In het afgelopen millennium laten klimaatgegevens voor het
noordelijk halfrond zes cycli zien van afwisselend koude en warme
perioden. Oogsten en veestapels slonken als de temperatuur daalde.
Pieken in oorlogvoering en de val van keizerlijke dynastieën vielen
bijna altijd in koude periodes.
Oorlogvoering begon 10 tot 30 jaar na het invallen van de kou. De
onderzoekers schrijven dit toe aan de slinkende landbouwproductie als
gevolg van afkoeling. Het afnemende voedselaanbod was niet toereikend
om de in voorafgaande warme periodes gegroeide bevolking te voeden en
dit leidde tot boerenopstanden, invallen van nomaden, stammenoorlogen
en conflicten met buurstaten. „De resultaten verrasten me”, zegt David
Zhang in het tijdschrift Nature. „Ik kreeg het gevoel dat mensen nog
steeds dieren zijn.”
Volgens Zhang kan de huidige klimaatverandering soortgelijke gevolgen
hebben. „Gebieden die rijk zijn aan natuurlijke hulpbronnen en streken
die daar juist gebrek aan hebben, kunnen brandhaarden worden.” „Dat
klimaatverandering en oorlog samengaan, is logisch”, reageert econoom
Gary Yohe van Wesleyean University in Connecticut, een lid van het
IPCC, in Nature.
Ook hij is van mening dat tekorten en migraties als gevolg van
klimaatverandering kunnen leiden tot spanningen en oorlog. „Er is een
lange geschiedenis van staten die andere staten binnenvallen om aan
hulpbronnen te komen.”
Volgens sinoloog Rudolf Wagner van de Universiteit van Heidelberg
waren ongunstige weersomstandigheden waarschijnlijk één van de
factoren die hebben bijgedragen aan oorlogvoering in China. „Zeker in
extreme gevallen zit daar iets in ” zegt Wagner in Nature, „maar
organisatorische, sociale en politieke factoren – zoals de mate waarin
regeringen hun grondgebied controleerden en de manier waarop zij hun
mensen behandelden – zijn ook van belang.
Zhangs artikel is interessant, maar een beetje overtrokken.” |