Zee rijst, maar niet de pan uit

Bron: NRC-19 januari 2007

Ingezonden brief van: Caroline Katsman, Rob van Dorland, Wilco Hazeleger; zij zijn werkzaam bij het KNMI in De Bilt.
Bart Strengers, Tom Kram, Willem Ligtvoet en Bas Eickhout; zij werken bij het Milieu en Natuur Planbureau.

Nauwkeurige hoogtekaart van Nederland.
Door te klikken op bovenstaande afbeelding krijgt u een groot formaat kaart.
Bron:
Actueel Hoogtebestand Nederland

Onzekerheid in voorspelling nog geen reden voor overdrijven.

Dat burgermeesters ons waarschuwen voor een stijgende zeespiegel, is goed. Maar ze moeten niet overdrijven, betogen zeven medewerkers van het KNMI en het MNP.

Het klimaat is ‘hot’. Niet alleen letterlijk met 2006 als warmste jaar in de geschiedenis, maar ook figuurlijk met de film van Al Gore en het rapport van Sir Nicholas Stern.

In Nederland trekt de stijging van zeespiegel de aandacht. Verschillende burgemeesters lieten er in hun nieuwjaarstoespraken geen misverstand over bestaan dat het menens is. Zo zette burgemeester Cohen van Amsterdam het milieu, waaronder klimaatverandering, weer op de agenda. Burgemeester Opstelten van Rotterdam noemde zelfs concrete doelstellingen voor zijn stad „een halvering van de C O2-uitstoot in 2025. Dat is ons doel, als speerpunt van een bredere aanpak.” En burgemeester Leers van Maastricht zag voordelen voor Limburg: „Wetenschappelijk is vastgesteld dat de zeespiegel door de opwarming van de aarde binnen 40 jaar flink gaat stijgen. [...]

Dan zou het verstandig zijn om met grote investeringsprojecten uit te wijken naar hoger gelegen landsdelen als Limburg.”

In december 2006 ging de Groningse commissaris van de koningin Alders hen al voor door te beweren: „Stel dat de meest negatieve scenario’s van de versnelde zeespiegelrijzing – hoe omstreden ook – werkelijkheid worden. Dan hebben we het over tien meter stijging in honderd jaar en een meter of drie in de komende dertig jaar.” Wat sommige van deze gezagsdragers beweren, is buitengewoon alarmerend, maar toch wel overdreven. Het wordt tijd om op een rij te zetten wat ons wél te wachten staat met een opwarmend klimaat.

Voorspellingen over de stijging van de zeespiegel zijn niet gemakkelijk, omdat men rekening moet houden met veel onzekerheden. Waardoor ontstaan deze?

  1. Ten eerste is er de onzekerheid in de te verwachten stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde, die in 2100 zo’n 1,5 tot 6 graden Celsius hoger zal zijn dan in 1990. Deze forse bandbreedte komt doordat niet voorspeld kan worden hoe de uitstoot van broeikasgassen in deze eeuw zal verlopen. Ook wetenschappelijke onzekerheden over de werking van het klimaatsysteem dragen bij aan de bandbreedte.

  2. Bij een gegeven stijging van de temperatuur is weliswaar met redelijke zekerheid te bepalen hoe groot de zeespiegelstijging zal zijn, maar vooralsnog niet precies. De stijging is een optelsom van de uitzetting van het zeewater en het geleidelijke smelten van gletsjers en van de ijskappen op Groenland en Antarctica. Hoe warmer het wordt, hoe groter de uitzetting van het zeewater en hoe meer smeltwater van gletsjers er vrijkomt. Op basis hiervan wordt de zeespiegelstijging voor deze eeuw geschat op enkele decimeters tot iets meer dan een halve meter.

  3. Maar er bestaat nog een belangrijke onzekerheid die samenhangt met een mogelijke versnelling van de afsmelting van de ijskappen van Groenland en West-Antarctica. Dit is de oorzaak van veel verwarring in de media. De ijskap van Groenland is zo groot dat de zeespiegel met zeven meter zou stijgen wanneer deze volledig zou verdwijnen. En de West-Antarctische ijskap bevat genoeg ijs voor een wereldwijde zeespiegelstijging van nog eens zes meter. De laatste jaren vertonen beide ijskappen aan de randen een sterke toename van hun stroomsnelheid. Deze waarnemingen hebben een belangrijke beperking van de klimaatmodellen blootgelegd: de processen die zulke versnellingen kunnen veroorzaken, ontbreken nog. Maar gezien de mogelijk grote gevolgen voor Nederland is het wel van belang dit mee te nemen in de schattingen van de zeespiegelstijging.

Volgens de laatste scenario’s van het KNMI is er een kans van 80 procent dat de zeespiegelstijging deze eeuw uitkomt op 35 tot 85 cm. Ter vergelijking: de vorige eeuw is de zeespiegel met 20 cm gestegen. Reconstructies van het zeeniveau over vele duizenden jaren op basis van de groei van koraalriffen wijzen uit dat de zeespiegel met maximaal 100 tot 150 cm per eeuw is gestegen in het verleden. Hoewel zulke reconstructies geen garanties geven voor de toekomst, onderstrepen ze dat een stijging van meer dan 85 centimeter in deze eeuw mogelijk is. Een grotere stijging dan 150 centimeter lijkt echter uitgesloten. Dit is dus een andere boodschap dan de drie meter in de komende dertig jaar die Alders gebruikte.

Maar ook het maximum van 150 centimeter voor deze eeuw betekent voor Nederland al een forse opgave. Uit een verkennende analyse van het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) en WL|Delft Hydraulics komt naar voren dat Nederland een zeespiegelstijging van één meter in deze eeuw in beginsel goed aankan door het ophogen van de dijken en het opspuiten van zand langs de kust.
Bij een stijging van 1,5 meter, wordt de afvoer van onze rivieren een groot probleem. Bij nog verder gaande stijging in de volgende eeuw zullen in West-Nederland moeilijk beheersbare problemen ontstaan door het stijgende grondwater onder druk van de hogere zeespiegel.

Hebben de hoogwaardigheidsbekleders zich bang laten maken en de burgers onnodig schrik aangejaagd?
Nee, afgezien van wat overdrijving zijn hun zorgen over het klimaat en de zeespiegel zeker verdedigbaar en dus ook een plan om de uitstoot van broeikasgassen fors te verminderen.

Gegeven de onzekerheden lijkt het niet nodig ons nú al voor te bereiden op een stijging van meer dan 1,5 meter deze eeuw. Maar voorbereiden op 85 cm of meer is zeker verstandig en zal wereldwijd omvangrijke aanpassingsmaatregelen noodzakelijk maken – al was het maar omdat na het jaar 2100 de zeespiegel blijft doorstijgen.