Onzekerheid in voorspelling nog geen reden voor
overdrijven.
Dat burgermeesters ons waarschuwen voor een
stijgende zeespiegel, is goed. Maar ze moeten niet overdrijven,
betogen zeven medewerkers van het KNMI en het MNP.
Het klimaat is ‘hot’. Niet alleen letterlijk met 2006 als warmste jaar
in de geschiedenis, maar ook figuurlijk met de film van Al Gore en het
rapport van Sir Nicholas Stern.
In Nederland trekt de stijging van zeespiegel de aandacht.
Verschillende burgemeesters lieten er in hun nieuwjaarstoespraken geen
misverstand over bestaan dat het menens is. Zo zette burgemeester
Cohen van Amsterdam het milieu, waaronder klimaatverandering, weer op
de agenda. Burgemeester Opstelten van Rotterdam noemde zelfs concrete
doelstellingen voor zijn stad „een halvering van de C O2-uitstoot in
2025. Dat is ons doel, als speerpunt van een bredere aanpak.” En
burgemeester Leers van Maastricht zag voordelen voor Limburg:
„Wetenschappelijk is vastgesteld dat de zeespiegel door de opwarming
van de aarde binnen 40 jaar flink gaat stijgen. [...]
Dan zou het verstandig zijn om met grote investeringsprojecten uit te
wijken naar hoger gelegen landsdelen als Limburg.”
In december 2006 ging de Groningse commissaris van de koningin Alders
hen al voor door te beweren: „Stel dat de meest negatieve scenario’s
van de versnelde zeespiegelrijzing – hoe omstreden ook – werkelijkheid
worden. Dan hebben we het over tien meter stijging in honderd jaar en
een meter of drie in de komende dertig jaar.” Wat sommige van deze
gezagsdragers beweren, is buitengewoon alarmerend, maar toch wel
overdreven. Het wordt tijd om op een rij te zetten wat ons wél te
wachten staat met een opwarmend klimaat.
Voorspellingen over de stijging van de zeespiegel zijn niet
gemakkelijk, omdat men rekening moet houden met veel onzekerheden.
Waardoor ontstaan deze?
-
Ten eerste is er de onzekerheid in de te
verwachten stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde, die in
2100 zo’n 1,5 tot 6 graden Celsius hoger zal zijn dan in 1990. Deze
forse bandbreedte komt doordat niet voorspeld kan worden hoe de
uitstoot van broeikasgassen in deze eeuw zal verlopen. Ook
wetenschappelijke onzekerheden over de werking van het
klimaatsysteem dragen bij aan de bandbreedte.
-
Bij een gegeven stijging van de temperatuur is
weliswaar met redelijke zekerheid te bepalen hoe groot de
zeespiegelstijging zal zijn, maar vooralsnog niet precies. De
stijging is een optelsom van de uitzetting van het zeewater en het
geleidelijke smelten van gletsjers en van de ijskappen op Groenland
en Antarctica. Hoe warmer het wordt, hoe groter de uitzetting van
het zeewater en hoe meer smeltwater van gletsjers er vrijkomt. Op
basis hiervan wordt de zeespiegelstijging voor deze eeuw geschat op
enkele decimeters tot iets meer dan een halve meter.
-
Maar er bestaat nog een belangrijke onzekerheid
die samenhangt met een mogelijke versnelling van de afsmelting van
de ijskappen van Groenland en West-Antarctica. Dit is de oorzaak van
veel verwarring in de media. De ijskap van Groenland is zo groot dat
de zeespiegel met zeven meter zou stijgen wanneer deze volledig zou
verdwijnen. En de West-Antarctische ijskap bevat genoeg ijs voor een
wereldwijde zeespiegelstijging van nog eens zes meter. De laatste
jaren vertonen beide ijskappen aan de randen een sterke toename van
hun stroomsnelheid. Deze waarnemingen hebben een belangrijke
beperking van de klimaatmodellen blootgelegd: de processen die zulke
versnellingen kunnen veroorzaken, ontbreken nog. Maar gezien de
mogelijk grote gevolgen voor Nederland is het wel van belang dit mee
te nemen in de schattingen van de zeespiegelstijging.
Volgens de laatste scenario’s van het KNMI is er
een kans van 80 procent dat de zeespiegelstijging deze eeuw uitkomt op
35 tot 85 cm. Ter vergelijking: de vorige eeuw is de zeespiegel met 20
cm gestegen. Reconstructies van het zeeniveau over vele duizenden
jaren op basis van de groei van koraalriffen wijzen uit dat de
zeespiegel met maximaal 100 tot 150 cm per eeuw is gestegen in het
verleden. Hoewel zulke reconstructies geen garanties geven voor de
toekomst, onderstrepen ze dat een stijging van meer dan 85 centimeter
in deze eeuw mogelijk is. Een grotere stijging dan 150 centimeter
lijkt echter uitgesloten. Dit is dus een andere boodschap dan de drie
meter in de komende dertig jaar die Alders gebruikte.
Maar ook het maximum van 150 centimeter voor deze
eeuw betekent voor Nederland al een forse opgave. Uit een verkennende
analyse van het Milieu en Natuur Planbureau (MNP) en WL|Delft
Hydraulics komt naar voren dat Nederland een zeespiegelstijging van
één meter in deze eeuw in beginsel goed aankan door het ophogen van de
dijken en het opspuiten van zand langs de kust.
Bij een stijging van 1,5 meter, wordt de afvoer van onze rivieren een
groot probleem. Bij nog verder gaande stijging in de volgende eeuw
zullen in West-Nederland moeilijk beheersbare problemen ontstaan door
het stijgende grondwater onder druk van de hogere zeespiegel.
Hebben de hoogwaardigheidsbekleders zich bang laten maken en de
burgers onnodig schrik aangejaagd?
Nee, afgezien van wat overdrijving zijn hun zorgen over het klimaat en
de zeespiegel zeker verdedigbaar en dus ook een plan om de uitstoot
van broeikasgassen fors te verminderen.
Gegeven de onzekerheden lijkt het niet nodig ons nú al voor te
bereiden op een stijging van meer dan 1,5 meter deze eeuw. Maar
voorbereiden op 85 cm of meer is zeker verstandig en zal wereldwijd
omvangrijke aanpassingsmaatregelen noodzakelijk maken – al was het
maar omdat na het jaar 2100 de zeespiegel blijft doorstijgen. |