|
Foto: Jos Werkhoven 20 december 2009
De Arend na de sneeuwjacht van 20-12-2009 |
De winter van 2010 was in De Bilt met een gemiddelde temperatuur
van ca. 1,1 °C, tegen een langjarig gemiddelde van 3,3 °C de koudste
sinds 1996. (De Arend had een gemiddelde
temperatuur van 1,03 ° C.)
In de vorige eeuw kwam een winter met zo'n temperatuur ongeveer eens
per zes jaar voor. Door de opwarming van Nederland is de kans op een
dergelijke winter de laatste decennia afgenomen naar ongeveer eens
per vijftien jaar. Ook in de toekomst blijft een koude winter
mogelijk, alleen de kans daarop wordt geleidelijk kleiner.
Zeldzamer waren de hoeveelheden sneeuw: de winter van 2010 telde het
grootste aantal dagen met sneeuwbedekking sinds 1979.
In het noordoosten van het land was de negatieve afwijking ten
opzichte van normaal duidelijk groter dan in het zuidwesten. Zo was
de gemiddelde temperatuur in Eelde ca. -0,2 °C tegen 2,4 °C normaal
en in Vlissingen ca. 2,4 °C tegen normaal 4,2 °C.
Een groot deel van de winter lag de temperatuur ruim beneden het
langjarig gemiddelde. Alleen de eerste dagen van december en de
laatste week van februari verliepen vrij zacht. Echter, een stevige
koudegolf ontbrak. Vaak bleef de vorst beperkt tot enkele graden of
kwam de temperatuur in ieder geval overdag tijdelijk boven het
vriespunt.
In totaal werden in De Bilt 55 vorstdagen (De
Arend had 51 vorstdagen)
(minimumtemperatuur lager dan 0,0 °C) genoteerd tegen 38
normaal en 20 ijsdagen (De Arend had
19 ijsdagen)
(maximumtemperatuur lager dan 0,0 °C) tegen normaal acht. Op vier
dagen kwam het tot strenge vorst (minimumtemperatuur lager dan -10,0
°C) (De Arend twee keer: -10.1 en
-11.0)); het langjarige
gemiddelde bedraagt drie dagen met strenge vorst. De landelijk
laagste temperatuur, -18,4 °C, werd gemeten op 19 december in Deelen
op de Veluwe.
De winter had de normale hoeveelheid neerslag met gemiddeld over het
land ca. 200 mm neerslag tegen een langjarig gemiddelde van 194 mm.
(De Arend had
slechts 121 mm.))
Als er neerslag viel, was het bijzonder vaak in de vorm van sneeuw.
Gemiddeld over het land werden 41 dagen met een sneeuwdek geteld.
Het langjarig gemiddelde bedraagt 13 sneeuwdekdagen. In het
noordoosten van het land lag er plaatselijk zelfs op 55 dagen
sneeuw. Een dergelijk groot aantal sneeuwdekdagen was in meer dan 30
jaar, sinds de winter van 1979, niet meer voorgekomen.
Een aantal sneeuwsituaties sprong eruit. Op 17 en 18 december viel
vooral in een strook van de kop van Noord-Holland naar Groningen in
totaal 10 tot ruim 30 cm sneeuw. Op 20 december viel er 10 tot 20 cm
in grote delen van het midden en zuiden van het land. In het noorden
liep de dikte van het sneeuwdek op de 20e verder op naar lokaal ruim
40 cm.
Juist voor en tijdens de kerstdagen begon het te regenen en smolt de
sneeuw op veel plaatsen snel weg. Toch lag er op beide kerstdagen in
De Bilt nog een gesloten sneeuwdek en was er dus sprake van een
Witte Kerst, voor het eerst sinds 1981.
Op 6 januari viel er een zware sneeuwbui tijdens de avondspits in de
regio Haarlem-Amsterdam. Het gevolg was een urenlang aanhoudend
verkeersinfarct. Op 9 en 10 januari was er in een deel van het land
sprake van een sneeuwjacht. De talrijke sneeuwsituaties leverden
grote overlast op voor het verkeer en openbaar vervoer. Het natst
was de winter in het zuidwesten met plaatselijk ruim 250 mm
neerslag. De minste neerslag viel in het noordoosten, lokaal slechts
150 mm. In De Bilt komt de neerslagsom uit op ca. 200 mm, tegen 191
mm normaal.
Gemiddeld over het land scheen de zon ca. 180 uren tegen een
langjarig gemiddelde van 172 uren. December en januari waren
zonniger dan normaal, februari juist somberder. Het meest was de zon
te zien op het KNMI-station Vlissingen met ruim 210 uren, het minst
in Arcen met slechts ca. 120 uren. In De Bilt werden ca. 190 uren
zonneschijn geregistreerd tegen 175 normaal.
Normaal=het langjarig gemiddelde over het tijdvak 1971-2000
De Bilt, 26 februari 2010 Voorlopig overzicht 10.00 uur/Rob Sluijter
Kortenhoef, 28 februari 2010 Jos Werkhoven |