Weernieuws


Unieke tropische cycloon op zuidelijke Atlantische Oceaan

Bron: KNMI


Op de zuidelijke Atlantische Oceaan is rond 26 maart een tropische cycloon ontstaan. Dat is heel uitzonderlijk en zover bekend in dit gebied de eerste tropische cycloon in de geschiedenis. Normaal krijgen dergelijke weersystemen een naam die tevoren is vastgelegd, maar hier had niemand rekening mee gehouden waardoor de cycloon als 01LNONAME op de weerkaart is vermeld en officieus als Aldonca als naam heeft gekregen.


De eerste tropische cycloon boven de Zuidelijke Atlantische Oceaan waargenomen door de Terra Satelliet

De cycloon is driftend naar het westen uiteindelijk met gemiddelde windsnelheden van 140 km/uur aan land gegaan in het zuiden van Brazilië op 29 S juist ten zuiden van Criciúma, dat ten noordoosten van de grote plaats Porto Alegre aan de kust ligt. Tropische cyclonen of hurricanes, zoals ze in het Caribisch gebied worden genoemd, ontstaan gewoonlijk bij zeewatertemperaturen van minstens 26 graden. In het onstaansgebied bedroeg de zeewatertemperatuur eind maart 25 graden. Volgens KNMI-meteoroloog Paul Citroen moeten dus andere factoren een rol hebben gespeeld. Mogelijk hield de vorming van 01LNONAME verband met een diepe trog (deel van een lagedrukgebied achter een koufront met sterk verhoogde buienactiviteit en wind) in de atmosfeer die lange tijd op dezelfde plaats in stand bleef waardoor de depressie zich verder kon ontwikkelen tot een tropische cycloon.

Relatie broeikaseffect onduidelijk

Of het werkelijk een tropische cycloon is of een zeer zware extra-tropische cycloon is nog onduidelijk. Het oog op de satellietopname wijst wel zeer sterk in de richting van een tropische cycloon. Zowel het National Hurricane als de Engelse Met Office bevestigen dat het werkelijk een tropische cycloon was. De vraag of deze cycloon het gevolg is van het broeikaseffect is nog niet te beantwoorden. In het verleden is er wel een modelstudie (Haarsma et al. 1993)* geweest die heeft gewezen op de mogelijkheid van tropische cyclonen voor de kust van Brazilie in een warmer klimaat. Omdat het ontstaan van tropische cyclonen afhankelijk is van een complex samenspel van factoren, die maar ten dele door een model goed gesimuleerd kunnen worden, moeten uitspraken over eventuele veranderingen in intensiteit en voorkomen van tropische cyclonen als gevolg van het broeikaseffect zeer voorzichtig geinterpreteerd worden. Alleen als in de toekomst vaker voor de kust van Brazilië tropische cyclonen zouden optreden zou dit een aanwijzing kunnen zijn dat dit samenhangt met het broeikaseffect.

Tropische cyclonen en hurricanes

Tropische cyclonen, afhankelijk van het gebied waar ze ontstaan ook wel hurricanes (Caribisch gebied) of tyfonen (Stille Oceaan) genoemd, behoren tot het gevaarlijkste weer. In Nederland komen zulke stormen met windsnelheden tot 300 kilometer per uur, niet voor. Wel kunnen de restanten Europa bereiken, maar dan als gewone depressies met wind en regen. Blijven de restanten van een hurricane ten westen van Europa dan zorgen ze hier voor een sterke warme zuidelijke luchtstroming, waarin het weer verbetert. Zodra ze verder trekken verslechtert het weer, maar hoe snel dat gaat is onzeker. De rekenmodellen van de atmosfeer hebben vaak moeite met dergelijke druksystemen, zodat de prognoses van dag tot dag kunnen veranderen.

Nazomer en herfst het seizoen voor tropische cyclonen

Met zulke depressies hebben we vooral in de nazomer en herfst te maken wanneer op het noordelijk halfrond de meeste tropische cyclonen ontstaan. In de gebieden rond de evenaar bereikt het zeewater dan een temperatuur van 27 graden of hoger en alleen bij die temperatuur kunnen onder bepaalde omstandigheden tropische cyclonen ontstaan. De levensgeschiedenis van tropische stormen begint meestal boven zee en hun verwoestende uitwerking is het grootst in kustgebieden en op eilanden, vooral ook door de huizenhoge golven die ze veroorzaken. Zodra de cycloon landinwaarts koerst neemt het windgeweld meestal snel in kracht af, maar valt er wel vaak veel regen, soms meer dan 500 millimeter in een dag. Komt de cycloon terug boven de warme zee dan neemt ook de wind weer toe.

Een storm wordt orkaan genoemd als de wind gemiddeld over tien minuten een snelheid bereikt van meer dan 117 kilometer per uur. Een tropische orkaan of cycloon is bovendien tot grote hoogte gevuld met warme lucht in tegenstelling tot de depressies in onze omgeving die gevuld zijn met koude lucht. In de kern kan de luchtdruk dalen tot minder dan 900 hectopascal, aanzienlijk lager dan de meeste Nederlandse barometers kunnen aangeven.


Meteorologen kunnen de baan van een storm en de windkracht met een redelijk nauwkeurigheid enkele dagen tevoren berekenen, zodat de bedreigde bevolking tijdig kan worden gewaarschuwd en de nodige voorzorgsmaatregelen kan nemen. Met name in de Verenigde Staten is het aantal slachtoffers dat een hurricane opeist daardoor de laatste decennia sterk beperkt. Alleen in gebieden met een gebrekkige communicatie en slechte woonomstandigheden, zoals het laaggelegen kustgebied van Bangladesh, veroorzaken tropische stormen veel slachtoffers. Omdat er op de weerkaart soms meerdere tropische cyclonen tegelijkertijd voorkomen worden ze door de meteorologen met jongens- en meisjesnamen aangeduid. Die namen worden jaren tevoren vastgesteld, waarbij de eerste tropische cycloon van het seizoen een naam krijgt die begint met een "A", de tweede begint met een "B" de derde met een "C" enzovoort.

Tropische cyclonen in Australische zomer

In Noord-Australië duurt het seizoen voor cyclonen van december tot en met april en vooral in de maanden januari, februari en maart kunnen de stormen heel actief zijn. De beruchtste was Tracy die op eerste kerstdag 1974 met windsnelheden van 220 km/h Darwin verwoestte. In maart 1999 werd de Australische kust getroffen door Vance met gemiddelde windsnelheden van 230 km/h en recordwindstoten tot 280 km/h. Trixie op 19 februari 1975 was tot voor kort recordhouder met windstoten tot 260 km/h.

*R.J. Haarsma, J.F.B. Mitchell and C.A. Senior, 1993: Tropical disturbances in a GCM/ Climate Dynamics, 8, 247-257.