ROTTERDAM, 8 JAN. Biologen schatten dat als gevolg van het opwarmen van de
aarde over vijftig jaar tot een kwart van alle plant- en diersoorten op het land
zal zijn uitgestorven. Die alarmerende conclusie trekken zij uit een
modelberekening die vandaag is gepubliceerd in het Britse wetenschappelijke
tijdschrift Nature.
Het gaat om voorspellingen die zijn gebaseerd op een steekproef onder iets
meer dan duizend soorten, verspreid over de hele wereld. Computerberekeningen op
basis van klimaatvoorspellingen van het Intergovernmental Panel on Climate
Change laten zien dat 15 tot 37 procent van de onderzochte soorten in 2050
verdwenen zal zijn.
Als de berekeningen van de onderzoekers gelden voor de totale biodiversiteit
op aarde, dan zullen meer dan een miljoen soorten met uitsterven bedreigd
worden. Het gaat daarbij vooral om soorten die toch al kwetsbaar zijn en door de
klimaatsveranderingen over de rand worden geduwd. ,,Vooral soorten die beperkt
zijn in hun mobiliteit of soorten die hoge eisen stellen aan hun leefomgeving
zullen in het nauw komen door de klimaatverandering'', zegt Michel Bakkenes van
het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in Bilthoven, een de auteurs
van de Nature-studie.
De soorten die volgens de studie op uitsterven staan, zijn onder meer Boyd's
bosdraak, een Australische hagedissensoort, de harlekijnkikker uit Costa Rica,
de muskaatnotenboom uit Brazilië en de Zuid-Afrikaanse tolbosplant Leucadendron
touwsrivierenses. In Europa schatten de onderzoekers dat een kwart van de
vogelsoorten het loodje zal leggen onder het slechtste scenario, en zo'n 17
procent van de plantensoorten.
Maar ook al zal het klimaat een flink gat in de biodiversiteit slaan, dan nog
zal de aarde niet het aanzien krijgen van een kale planeet. Algemene en
flexibele soorten als de brandnetels en de mieren zullen wel overleven en de
plaats innemen van de verdwenen soorten.
Volgens Bakkenes geeft de alarmerende publicatie waaraan hij meewerkte geen
'harde cijfers', maar een verwachting. ,,Het is een risicoanalyse. We kunnen
niet met zekerheid voorspellen of bepaalde soorten planten en dieren zullen
uitsterven, maar in ieder geval is duidelijk dat deze soorten onder zeer zware
druk zullen komen te staan als gevolg van de opwarming. Het zou kunnen dat
sommige bedreigde soorten zich weten aan te passen en dan is het effect
natuurlijk minder. Ons onderzoek is een steekproef. Het geeft een beeld dat
representatief is voor de overige natuur.''
De huidige snelle opwarming van het aardse klimaat wordt toegeschreven aan de
menselijke uitstoot van broeikasgassen, voornamelijk kooldioxide, methaan en
stikstofoxide. De gassen in de atmosfeer houden meer zonnewarmte vast, waardoor
de gemiddelde temperatuur op aarde toeneemt. Klimaatzones schuiven daardoor op
naar de polen en naar hoger gelegen gebieden. De planten en dieren zijn vaak
gedwongen mee te verhuizen. Zij die dat niet snel genoeg kunnen, gaan ten onder.
Bakkenes onderzocht de verwachte verschuivingen in landplanten in Europa.
Volgens Bakkenes zal de uitsterfgolf als gevolg van het warmere klimaat in
Europa vooral toeslaan in de mediterrane landen: Spanje, Portugal en Italië.
,,In Nederland zal er waarschijnlijk niet zoveel uitsterven, omdat wij een
gematigd klimaat hebben'', aldus Bakkenes. ,,Wel zullen we hier verschuivingen
zien; zuidelijke soorten zullen naar ons toekomen. Een voorbeeld is de
tijgerspin die zich hier onlangs vestigde. Dat kan er misschien zelfs toe leiden
dat we in Nederland per saldo meer soorten krijgen als gevolg van de
klimaatverandering.''
De huidige studie heeft zich alleen gericht op dieren en planten die op het
land leven. Driekwart van het aardoppervlak is echter geen land maar zee. Van de
biodiverstiteit in zee is relatief nog maar weinig bekend. Toch kan Bakkenes
zich ook voorstellen dat de opwarming van het klimaat hier ook effecten zal
hebben. ,,Of er ook soorten zullen uitsterven, weet ik niet. Maar het is
bijvoorbeeld wel bekend dat op bepaalde plaatsen koraalriffen zijn doodgegaan
als gevolg van een stijging van de zeewatertemperatuur.''Op aarde leven naar
schatting 14 miljoen plant- en diersoorten. Op dit moment worden volgens
natuurbeschermers minstens 12.000 daarvan met uitsterven bedreigd. Als de
voorspellingen uit de Nature-studie kloppen, zal het klimaat de
belangrijkste bedreiging worden voor de biodiversiteit. Anders dan verstoring
van de leefomgeving, wat nu het grootste probleem vormt in het natuurbehoud,
werkt deze nieuwe bedreiging globaal door, dus ook op relatief onaangetaste
plaatsen waar de mens nog nauwelijks komt.
In de geschiedenis van de aarde hebben natuurlijke klimaatschommelingen
eerder gezorgd voor flinke verschuivingen in soortenaantallen en -verspreiding.
Ook toen ging dat ten koste van soms een aanzienlijk aantal soorten. Maar toen
kwam de mens er nog niet aan te pas.