In Europa was de zomer van 2003 de heetste in meer dan 500 jaar. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit van Bern. De gemiddelde zomertemperatuur in Europa was volgens klimaatonderzoeker Jürg Luterbacher van het Instituut voor Geografie, klimatologie en meteorologie van de Universiteit van Bern (NCCR Climate) bijna 2 graden hoger dan het langjarig gemiddelde van 17,5 graden over het tijdvak 1901-1995. Het centrale deel van Europa en vooral het Alpengebied hadden de grootste temperatuurafwijking van meer dan 5 graden boven normaal.
Het tijdvak 1994-2003 was de warmste decade in 500 jaar. De zomertemperaturen waren in Europa waren in dit tijdvak 1,5 graden hoger dan in de koudste decade, het tijdvak 1907-1916. In het tijdvak 1978-2003 zijn de zomertemperaturen in Europa ongeveer 2,8 graden gestegen, een opwarming die waarschijnlijk in geen vijf eeuwen heeft plaatsgevonden. De warmste Europese zomer was tot voor kort die van 1757, toen het vooral heet was in het zuiden van Scandinavië, het oosten van Europa en het westen van Rusland.
Ook de zomers van 1947, 1976 en 1994 waren in verschillende Europese landen bijzonder warm maar staan in de schaduw bij de extreme temperaturen die in 2003 zijn gemeten. In Nederland was het minder extreem en was de zomer van 2003 met een gemiddelde temperatuur van 18,6 graden 0,1 graad minder warm dan de zomer van 1947, de warmste van de 20e eeuw. In de meetreeks van De Bilt sinds 1706 waren de zomers van 1781 en 1826 vergelijkbaar met die van 1947. In het verlengde van de zomer in de tweede helft van september is het aantal warme dagen in De Bilt met een temperatuur van minstens 20 graden maandag op 116 uitgekomen. Dat betekent dat het jaar 2003 meer warme dagen heeft opgeleverd dan de 113 in de recordjaren 1921 en 1947.
|